Inzetbaarheid in de zorg: waar liggen de kansen?
30 jaar ervaring heeft Marjo Voorhuis in het Arbo werkveld. Waarom? Het brede werkgebied, dat reikt van beleid op veel deelgebieden tot de uitvoering. In haar rol als Arbo-adviseur in de zorg heeft Marjo contact met collega’s op alle verschillende niveaus. Wanneer zij hen spreekt over hun drijfveren en hun enthousiasme over het werk bloeit ze op. Toch zijn er ook veel uitdagingen in de zorg. &niped adviseur Annabel Splinter ging hierover met haar in gesprek.
Zorguitdagingen
Hoge werkdruk, lage bezetting en mensen die snel weer uitstromen zijn veelgehoorde thema’s. Met meer aandacht voor vitaliteit en duurzame inzetbaarheid in de zorg zouden deze thema’s minder knellend zijn. Maar hoe bereiken we dit?
‘Als we werk- en leefomstandigheden verbeteren komt het ook de inzetbaarheid ten goede. Dan gaan mensen met meer plezier naar het werk toe’, vertelt Marjo. Hieronder licht zij vier onderdelen toe, waar volgens haar vitaliteitswinst te behalen is: mindset, leefstijl, arbeidsvoorwaarden en goede arbeidsomstandigheden.
Mindset
Er is veel te ontwikkelen in eigenaarschap. Bijvoorbeeld door te werken aan de mindset dat je je op werk alleen bezighoudt met werk. Dat is een verantwoordelijkheid die je als medewerker moet voelen, vertelt Marjo:
‘Op het moment dat je binnenkomt bij een organisatie ga je een commitment aan. Dit commitment vasthouden houdt in: als ik op het werk ben, ben ik alleen met werk bezig. Het voordeel daarvan is ook dat je ontspanning hebt. Door je gedachten op werk zetten denk je even niet aan de drukte thuis, of ziekte, of noem maar op.’
Dat betekent niet dat er hier helemaal geen ruimte voor moet zijn, ‘Natuurlijk kun je even een moment nemen om het te hebben over hoe het met jou of de collega gaat. Doe dat dan kort, of tijdens de koffiepauze, en ga dan weer aan het werk. Dat is een stukje mindset die de inzetbaarheid in de zorg ten goede zou komen.’
Uiteindelijk denk ik dat plezier in je werk het belangrijkste is om het werk te kunnen blijven doen. En daarnaast werk gewoon als werk te zien.
Leefstijl
Een gezonde leefstijl helpt om fit en vitaal te zijn; ook op je werk. ‘Een gezonde leefstijl is heel breed. Denk aan gezond eten en bewegen,’ Het aanbieden van een sportabonnement is een mooi voorbeeld van het verlagen van de drempel om gezond gedrag uit te voeren.
‘Maar ook een gezonde dagbesteding hoort bij een gezonde leefstijl. Afwisseling in ontspanning, zorgtaken thuis of mantelzorg is soms een uitdaging.’
Arbeidsvoorwaarden
Ook arbeidsvoorwaarden spelen een rol in het verhogen van de inzetbaarheid. Een basisvoorwaarde om gezond te leven is dat je de middelen ervoor hebt. ‘Zorgcollega’s verdienen niet veel, hebben soms kleine contracten met onregelmatige uren, terwijl er daarbij standaard overuren worden gedraaid. Het is belangrijk dat we grotere contracten bieden met een salaris waar je gewoon van kunt leven.’ Zeker nu we in een periode leven van hoge inflatie.
Organisaties moeten goed kijken of ze voorzien in de behoeftes. Dit is waar beleid en uitvoering bij elkaar komen, ‘Voor goed beleid moet je weten waar de uitvoering tegenaan loopt. Het is belangrijk dat dat wordt besproken en medewerkers zich daarin gehoord en gezien voelen.’
Arbeidsomstandigheden
Iedere werksituatie geeft specifieke aandachtspunten. Ongewenst gedrag is een belangrijk onderwerp. In de &niped data zien wij terug dat ongewenst gedrag in de zorg aanzienlijk vaker voorkomt dan in andere sectoren. In de zorgsector maakt 53% van de medewerkers wel eens een vorm van ongewenst gedrag mee op de werkvloer. Ten opzichte van de algemene benchmark van 34%.
Vooral ongewenste aanrakingen en -seksuele grappen komen veel voor in de zorg. Dat is op zich zelf al een slechte zaak, maar ongewenst gedrag hangt daarnaast samen met onder andere, werkstress en verzuim. Ook Marjo ziet dat terug.
Wel is het een thema dat meegenomen wordt in de opleidingen. ‘In de zorg wordt er van je verwacht dat je de-escalerend werkt. Daar wordt veel training in gegeven. Het is belangrijk op basis van data regelmatig te evalueren of er voldoende gedaan wordt.’
Verantwoordelijkheid in het werken aan vitaliteit en inzetbaarheid
‘Ik ben van mening dat de Raad van Bestuur de aanjager moet zijn in cultuur’, vertelt Marjo. De ideale Raad van Bestuur zou dat dan ook uitspreken en uitdragen. Zich interesseren in wat er speelt op uitvoerend niveau, en dit gericht aanpakken op beleidsniveau.
Ook moeten medewerkers en leidinggevenden hierin samenwerken. ‘Een leidinggevende moet je zien als iemand met een coachende rol voor de medewerker; wat heb je nodig om je werk te kunnen doen?’. De stijl van coachen moet wel passen bij de medewerker. Het verschilt per persoon wat hij of zij nodig heeft en welke gesprekstechnieken helpen. ‘Het goede gesprek kunnen voeren. Dat is het.’